Het m.s. Prinsendam
bezoekt Vlissingen
en een herinnering aan het
s.s. Blijdendyk
Een vroeg waterig zonnetje kondigde aan dat de 20ste juli een mooie zomerse dag zou
worden. Tegen zeven uur in de morgen hingen nog sluiers van een optrekkende ochtend
mist boven de Westerschelde, maar toch werd in de verte een klein wit stipje zichtbaar, dat
allengs uitgroeide tot de contouren van een groot passagiersschip. De Prinsendam was in
aantocht.
Iedereen, die in Vlissingen met zeevaart en haven te maken had, was uitgelopen om het
grootste cruiseschip, dat ooit de haven van Vlissingen had aangedaan, welkom te heten. Op
de kade stond een draaiorgel, dat met ‘Tulpen uit Amsterdam’ de passagiers, die Zeeland
wilde leren kennen, een muzikale ochtendgroet bracht. Voordat de passagiers in de gereed
staande bussen konden stappen moesten zij door een grote tent, waarin Zeeuwse
specialiteiten door verkopers en verkoopsters in Zeeuwse klederdracht aan de man werden
gebracht. Daarna mochten de officiële genodigden en belangstellenden aan boord.
De Prinsendam is met zijn 37.848 BRT het kleinste cruiseschip van de Holland America
Line. Juist vanwege het feit dat het schip niet meer dan circa 800 passagiers kan
vervoeren, wordt de Prinsendam gebruikt om nieuwe bestemmingen voor komende
cruiseprogramma’s te verkennen en kreeg daardoor de bijnaam van ‘Elegant Explorer’. Het
schip maakte reeds een cruise naar het Zuidpool gebied. Volgend jaar staat een
verkenningstocht naar het Noordpool gebied op het programma.
Bij zo’n eerste bezoek van een groot passagiersschip behoort ook een ceremoniële
ontvangst met speeches en overhandiging van herinneringsschildjes. Het bezoek van de
Prinsendam aan Vlissingen was hierop geen uitzondering. Wethouder Polderman prees
‘zijn’ haven van Vlissingen aan als de meest voor de hand liggende cruisebestemming voor
de Holland America Line door er op te wijzen dat de prachtige historische steden
Middelburg, Antwerpen en Gent slechts op een steenworp afstand van Vlissingen liggen.
De general manager van Zeeland Seaports onderstreepte in zijn speech over de maritieme
betekenis van Vlissingen ook de vooraanstaande plaats, die Vlissingen had ingenomen op
het gebied van de scheepsbouw, Vele schepen van de Koninklijke Marine zijn in Vlissingen
van stapel gelopen, maar wellicht is het meest bekende schip, dat op de werf van de
Koninklijke Schelde gebouwd werd, wel het m.s. Willem Ruys.
Als achter-kleinzoon van de oprichter van de Holland Amerika Lijn, Jhr. Otto Reuchlin,
was mij gevraagd ook een kort woord te spreken. Over de huidige ontwikkelingen in de
cruisevaart en de betekenis van Vlissingen hadden voorgaande sprekers al vele wijze
woorden gesproken, dus greep ik terug naar het verleden. Mijn eerste reis met een schip
van de Holland Amerika Lijn was een korte trip met het s.s. Veendam van Rotterdam naar
Southampton in 1950. Later was er nog een oversteek naar het Ierse Cobh gevolgd. Mijn
eerste trans-Atlantische reis vond plaats in 1957. Het werd een geweldig avontuur want ik
zou de reis naar New York aan boord van het s.s. Blijdendyk maken; de enige Liberty, die
de Holland Amerika Lijn ooit heeft bezeten. De oude oorlogsveteraan was in 1943 in
Portland (Maine) gebouwd en had als s.s. Fort Orange nog in konvooi meegevaren in de
laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog. Het was mijn eerste tocht naar Amerika en voor
de Blijdendyk de laatste tocht in dienst van de Holland Amerika Lijn, want in het zelfde
jaar werd de Blijdendyk verkocht aan Ditta Luigi Pittaluga Vapori in Genua.
Eigenlijk was de Blijdendyk helemaal niet toegerust om passagiers mee te nemen, maar
voor ‘het zoontje van de baas’ was er toch een plaats aan boord gevonden. Het was bepaald
geen rustige overtocht. De golven sloegen hoog over het dek en de wind blies uit de
verkeerde hoek, zodat het schip maar langzaam vooruit kwam. De overtocht duurde
veertien dagen. Na het avondmaal, werd er door de officieren, die geen dienst hadden,
kaart gespeeld. Tijdens het pokerspel, klaverjassen en hartenjagen werden moppen getapt
en de meest wilde verhalen verteld, waarbij de oudere officieren zinnenprikkelend konden
verhalen over hun bezoek aan het oude Havanna voor de periode Castro. Na afloop van
ieder spel werd via de in de machinekamer ontworpen ‘WBBI’ (Wine- Beer- and Bolsindicator)
aan het kombuis de alcoholische bestellingen doorgegeven.
Ook de activiteiten op de brug hadden mijn grote belangstelling. Ik leerde de betekenis van
de seinvlaggen kennen en ook hoe met de morselamp omgegaan moest worden. De eerste
stuurman had mij voorgedaan hoe men op zee met het morseteken ‘punt streep’ (de letter
A) een ander schip kon oproepen. Terwijl de Blijdendyk op een donkere avond onder de
kust van het eiland Wright voer, zag ik in de verte de lichten van een ander schip. Ook ik
wilde wel eens experimenteren met de morselamp en seinde ‘punt streep’. Een diarree van
punten en strepen kwam van het andere schip terug. In paniek riep ik de eerste stuurman.
Met moeite kon hij uit het spervuur van morsetekens de boodschap van het onbekende
schip ontcijferen. Waarschijnlijk had hij sinds zijn opleiding zich niet meer zo intensief
met boodschappen in morsetaal bezig hoeven te houden. Het zweet druppelde rijkelijk van
zijn voorhoofd terwijl hij de morselamp bediende om het andere schip te antwoorden.
Nadat alles weer rustig geworden was, nam de eerste stuurman mij terzijde. Ik kreeg van
onderen uit de zak. Ik kreeg te horen dat men nooit, maar dan ik nooit, een oorlogsschip
in zijn eigen territoriale wateren met punt streep oproept. Dat had de kruiser HMS
Sheffield in duidelijke morsetaal laten weten. Sindsdien mocht ik nog wel op de brug
komen, maar met mijn vingers moest ik van de morselamp afblijven.
De terugtocht uit Amerika maakte ik op he gloednieuwe s.s. Statendam. De drankjes
werden daar niet – zoals op de Blijdendyk – via de WBBI besteld, maar door in kraakhelder
witte uniformen gestoken messbediendes rondgebracht. In plaats van met de officieren
poker, hartenjagen of klaverjassen te spelen, nam ik op de Statendam deel aan een voor de
passagiers georganiseerd Canasta-toernooi. Daarmee won ik een stropdas met het logo van
de Holland Amerika Lijn, die ik – meer dan vijftig jaar later – bij de komst van de
Prinsendam in Vlissingen nog eenmaal gedragen heb.
George Reuchlin
oktober 2010