Even buiten het dorpje Galleno woonde José Estiban in een bescheiden boerderijtje op het uitgebreide landgoed van Don Xavier Maria Mareda di Rentral. Om zijn gezin te kunnen onderhouden hield José Estiban een aantal varkens, die hij mestte om de dieren later voor de slacht te kunnen verkopen aan het slachthuis in de nabijgelegen stad Cortegana, die een nationale reputatie had opgebouwd vanwege de bijzondere kwaliteit van de boven eikenhout gerookte Jamon de Bellota Ibérico en chorizo-worstspecialiteiten. Ook een deel van het eikenhout voor de rokerij van het slachthuis werd door José Estiban geleverd. Daartoe trok José driemaal in de week vroeg in de morgen naar het Parque Natural Sierra de Arcens y Picos de Aroche om een karrtje, dat door zijn muilezel Rucio werd voortgetrokken, vol te laden met eikenhout van de aldaar groeiende steeneiken.
Toen op een dag José Estiban weer met zijn karretje vol met eikenhout op weg was naar Cortegana en langs de uitgebreide landerijen van Don Xavier Maria Mareda di Rentral voorbij reed, kwam vanuit het land een krachtige jonge stier op de omheining afgestormd. Het was een prachtig dier met lange scherpe horens en een gezond glanzend zwart vel. Vanwege zijn krachtige bouw en strijdlustig temperament had Don Xavier di Rentral zijn stier de naam Hector gegeven.
Briesend volgde Hector langs de omheining het met hout geladen karrtje dat door de muilezel Rucio moeizaam en traag werd voortgetrokken. Tot Rucio riep Hector: “Hei stumper, waarom laat jij je door mensen voor een karretje spannen en met stokslagen voortdrijven? Kijk naar mij. Ik heb met mijn soortgenoten een heerlijk vrij leven. Wehe, de mens die mij te na komt, die zal kennismaken met mijn machtige horens.”
Rucio deed alsof hij niets gehoord had en sjokte schijnbaar onverstoord verder. Ook op een volgende tocht naar de stad kwam Hector weer aanrennen. “Hei stumper, laat jij je nog steeds door de mens als lastdier misbruiken? Kijk naar mij. De mens vreest mij. Op menig wapenschild van adelijke heersers sta ik afgebeeld als symbool van moed en kracht. “
En zo ging het elke keer. Als Rucio met zijn met hout volgeladen karretje voorbij trok, kwam de stier Hector dreigend tot aan de omheining aangerend en klonk het gehate “Hei stumper…”. Er kwam echter een dag – het was in de tweede helft van september – waarop Hector in geen velde of wegen te bekennen viel toen Rucio met een karretje vol hout door José Estiban naar Cortegana werd voortgedreven. Halverwege werden zij ingehaald door de Rangerover van Don Xavier di Rental. Aan de auto was een trailer gekoppeld zoals ook voor paardentransport gebruikt wordt. In het voorbijgaan herkende Rucio Hector in de trailer en opnieuw klonk het: “Hei stumper…” maar de rest van de woorden gingen verloren en de Rangerover verdween al snel uit het gezicht.
Nadat de lading hout bij het slachthuis van Cortegana gelost was, keerde José Estiban niet direct naar huis terug, maar leidde hij zijn muilezel naar het centrum van de stad.
Overal in de stad hingen bonte plakaten waarop een woest aanvallende stier stond afgebeeld, die het op een in goud gegaloneerd costuum gestoken toreador gemunt scheen te hebben. Met bonte letters stond op het plakaat te lezen: “Feria Tourina”.
De tocht voerde naar de Plaza de Toros, het centrale plein dat gedomineerd wordt door de uit 1854 stammende arena ´Taurina de Buendia`.
Aan de achterzijde van de arena, waar het publiek geen toegang heeft, bevindt zich een eenvoudige dubbele deur, die toegang geeft tot een grote binnenplaats. José Estibam voerde Rucio door die ingang naar binnen, spande zijn muilezel uit en voerde het dier naar een van de vele boxen rond de binnenplaats. Daar hoorde Rucio uit de arena het geluid van duizende enthousiast klappende en juichende toeschouwers. Als golven, die in de branding in spattend schuim uit een slaan, klonk telkens weer het enthousiaste applaus op, begeleid van schrille tonen uit een trompet. Wat dat alles te betekenen had, bleef voor Rucio een raadsel. Na enige tijd was er een enorm en langdurig applaus gelardeerd met luide kreten en trompetmuziek. Daarna werd het stil.
José Estiban opende de box van Rucio en voerde zijn muilezel door een smalle gang door een deur naar het hart van de arena. Rucio stond onverwachts in de binnering van de arena. Geen applaus klonk op bij het binnenkomen van de muilezel. De meeste toeschouwers maakten zich al op om de arena te verlaten. In het centrum van de binnenring lag een dode stier. Het was Hector. Vijf banderillas staken in het levenloze dier. Twee hulpkrachte waren bezig om een touw om de achterpoten van Hector te binden opdat Rucio de gevelde Hector uit de arena kon slepen.
Op de terugweg naar het boerderijtje bij Galleno passeerde Rucio de omheining van het landgoed van Don Xavier Maria Mareda di Rentral. Er kwam geen stier vol agressie op hem afgerend. Nooit meer zou Rucio “Hei stumper…” hoeven aan te horen Rucio dacht terug aan Hector en sprak in zichzelf: “Ach stumper.”
George Reuchlin
5 januari 2019
Tags:Guapa