De oorlog was nauwelijks vijf maanden oud. De Duitse droom van een snelle overwinning
en een triomfale intocht in Parijs was vervlogen. In plaats daarvan was de Duitse opmars
in de vallei van de Aisne door de Britten en Fransen een halt toegeroepen en was er een
praktisch statisch front ontstaan in het westelijk deel van Vlaanderen. Van ‘ein frisch und
fröhliche Krieg’ was allang geen sprake meer. In plaats daarvan verkleumde de soldaten in
koude en natte loopgraven. Het leven had elke glans verloren. Over en weer klonken
geweerschoten, ratelden machinegeweren en sloegen granaten in. Aan de ellende droeg
moeder natuur ook haar steentje bij met natte sneeuw, regen en gure wind. Veel
loopgraven – vooral de lager gelegen Britse – liepen vol waardoor de soldaten bibberend
en rillend van de kou door knie hoog water moesten waden of tot hun enkels in de modder
stonden.
De verraderlijke eentonigheid werd echter kort onderbroken door een onofficiële
wapenstilstand, die op Kerstavond en de volgende Kerstdagen door de strijdende partijen
spontaan in acht genomen werd. Het werd later ‘Het wonder van Kerstmis 1914’ genoemd
omdat de wapenstilstand niet aan de onderhandelingstafel door regeringen bereikt was,
noch door de legerleiding geïnitieerd en ondersteund werd. Het waren de frontsoldaten,
die spontaan de wapens neerlegden om gezamenlijk het Kerstfeest te vieren. In beide
kampen verheugden de soldaten zich over brieven van thuis en pakjes met sigaretten en
lekkernijen.
Tot grote vreugde hield het op met regenen en braken de wolken. Een waterig
zonnetje verdreef de mistige grauwsluier, die dagenlang over het niemandsland tussen de
linies had gehangen, en de temperatuur daalde tot beneden het vriespunt
Hoe de Kerstgedachte ook de harten van de soldaten verwarmden is een bijzonder
verhaal. In sommige berichten wordt vermeld dat de Duitsers de eerste stap waagden. Het
feit dat de Duitser vooral Kerstavond vieren en de Britten en Fransen het accent meer op
de Kerstdagen leggen, kan daarvoor een verklaring zijn.
Op de 24ste december begonnen
de Duitsers bij het invallen van de avond kerstliederen te zingen en werden er verlichte
geïmproviseerde Kerstbomen boven de loopgraven getild. Ook aan de Britse zijde werden
daarop Christmas carols gezongen.
Soldaat H. Scrutton van het Essex Regiment schreef in een brief:
‘As I told you before our trenches are only 30 or 40 yards away from the Germans. This led
to an exciting incident the other day. Our fellows have been in the habit of shouting across
to the enemy and we used to get answers from them. We were told to get into
conversation with them and this is what happened: From our trenches:
‘Good morning Fritz’ (no answer)
‘Good morning Fritz’ (still no answer)
‘GOOD MORNING FRITZ’
From the German trenches: ‘Good morning’
From our trench: ‘How are you?’
‘All right.’
‘Come over here, Fritz.’
‘No. If I come I get shot.’
‘ No you won’t. Come on.’
‘No fear.’
‘Come and get some fags, Fritz.’
‘No. you come half way and I meet you.’
‘All right.’
One of our fellows thereupon stuffed his pockets with fags and got over the trench.. The
German got over his trench, and right enough they met half way and shook hands. Fritz
taking the fags and giving cheese in exchange.’
Josef Wenzl van het Bayrische Reserve-Infanterie-Regiment 16 schreef aan zijn ouders in Schwandorf:
‘Es klingt kaum glaubhaft, was ich euch jetzt berichte, ist aber pure Wahrheit. Kaum fing es
an Tag zu werden, erschienen schon die Engländer und winkten uns zu, was unsere Leute
erwiderten. Allmählich gingen sie ganz heraus aus den Gräben, unsere Leute zündeten
einen mitgebrachte Christbaum an, stellten ihn auf den Wall und läuteten mit Glocken.
Alles bewegte sich frei aus den Gräben, und es wäre nicht einem in den Sinn gekommen
zu schiessen. Was ich vor ein paar Stunden noch für Wahnsinn hielt, konnte ich jetzt mit
eigenen Augen sehen…..
Zwischen den Schützengräben stehen die verhassten und erbittersten Gegner um den
Christbaum und singen Weihnachtslieder. Diesen Anblick werd ich mein Leben lang nicht
vergessen. Man sieht bald, dass der Mensch weiterlebt, auch wenn er nichts mehr kennt
in dieser Zeit als Töten und Morden.’
Josef Wenzl is op 6 mei 1917 gesneuveld.
Een hoogtepunt waren voetbalwedstrijden tussen de loopgraven. Op vele plaatsen
verbroederde zich de tegenstanders en werden er voetbalwedstrijden georganiseerd. Het
waren vooral de Britse soldaten die uit het schijnbaar niets een bal tevoorschijn wisten te
toveren.
De veteraan Ernie Williams, die in 1914 bij een regiment uit Cheshire diende,
verhaalde tijdens een interview in 1983 over een van deze voetbalwedstrijden:
‘The ball appeared from somewhere, I don’t know where, but it came from their side – it
wasn’t from our side that the ball came. They made up some goals and one fellow went in
the goal and then it was just a general kickabout. I should think there were about a couple
of hundred taking part. I had a go at the ball. I was pretty good then, at 19. Everybody
seemed to be enjoying themelves. There was no sort of ill-will between us. There was no
referee, and no score, no tally at all. It was simply a melee. The boots we wore were a
menace – those great big boots we had on – and in those days the balls were made of
leather and they soon got very soggy.’
Sommige wedstrijden hadden een meer gereglementeerd karakter. Een wedstrijd tussen
Saksen en Schotten eindigde in 3 – 2.
Leutenant Johannes Niemann schreef over een andere wedstrijd:
‘Plötzlich brachte ein Schotte einen Fussball an, und es entwicklte sich ein regelrechtes
Fussballspiel mit hingelegten Mützen als Toren. Zwar erreichte so manche Flanke nicht ihr
Ziel, der hartgefrorene Acker liess ein richtiges Spiel eigentlich nicht zu. Aber alle Akteure
und auch die Zuschauer waren erfüllt von friedlicher sportlicher Gemeinsamkeit.’
Ook op andere wijze werd Kerstmis tussen de loopgraven op ontspannen wijze gevierd.
Uit een brief van C. H. Brazier, soldaat bij de Queen’s Westminsters, is de volgende
passage ontleend:
‘The trenches in this position are so close that they are called ‘The Death Trap’, as
hundreds have been killed there. A hundred yards or so in the rear of our trenches there
were houses that had been shelled. They were explored with some of the regulars and we
found old bicycles, top-hats, straw hats, umbrellas etc. We dressed ourselves up in those
and went over to the Germans. It seemed so comical to see fellows walking about in tophats
and white umbrellas up. Some rode the bicycles backwards. We had some fine sport
and made the Germans laugh.’
Het waren echter niet alleen de brieven van het front, die een gedenkteken vormen van
een vredig kerstfeest temidden van de verschrikking van de oorlog. Ook in Engeland en
Duitsland riepen vrouwenbewegingen op tot het beëindigen van het wapengeweld. In
Duitsland schreven Anita Augspurg en Clara Zetkin brieven, die gepubliceerd zijn door de
International Woman Suffrage Alliance. In antwoord op deze Duitse oproepen tot vrede,
reageerde in 1914 de Britse vrouwenbeweging onder leiding van Emily Hobhouse met de
‘Open Christmas Letter’ gericht aan de vrouwen in Duitsland en Oostenrijk. Deze ‘Open
Christmas Letter’ werd ondertekend door 101 Britse suffragisten.
De volgende bewogen citaten getuigen hoe actief vrouwen zich hebben ingezet tegen de oorlog:
‘The Christmas message sounds like mockery to a world at war, but those of us who
whised and still wish for peace may surely offer solemn greetings to such of you who feel
as we do.’
‘Is it not our mission to preserve life? Do not humanity and common sense alike prompt us
to join hands with the women of neutral countries, and urge our rulers to stay further
bloodshed?
Even though the clash of arms, we treasure our poet’s vision, and already seem to hear:
A hundred nations swear that there shall be
Pity and Peace and Love among the good and free.’
May Christmas hasten that day.’
Moge deze wens ook honderd jaar later gehoord en verhoord worden
Kerstmis 2014
Elke en George Reuchlin