In het eerste boek van het Oude Testament, Genesis, wordt verteld hoe Adam en Eva aanvankelijk gelukkig in het paradijs leefden zonder schaamte te kennen en zonder besef van goed en kwaad te hebben. Het was goed zoals het was. Geboden kenden zij niet behalve het ene verbod, waarbij God Adam en Eva had verboden om van de vruchten van de boom in het midden van het paradijs te eten. Waarom God dat verboden had wisten zij niet en het interesseerden hen nog minder…totdat de sluwe slang Eva influisterde dat diegenen die van de vruchten van de boom in het midden van het paradijs zouden eten, als goden zouden zijn en kennis zouden krijgen van goed en kwaad.
Is de geschiedenis van Adam en Eva, de slang en de verboden vrucht alleen een verhaal dat uitsluitend als bijbelse geschiedenis is opgetekend, of heeft het bijbelse verhaal ook voor ons dagelijks leven in ons huidige wereldse leven betekenis? Zijn er in onze tegenwoordige samenleving ook verboden vruchten waarvan niet gegeten zou mogen worden? Die vraag kwam bij mij op toen ik luisterde naar een preek tijdens een Rooms-katholieke mis, die door de Duitse televisie werd uitgezonden. De pastoor hield de kerkgangers voor welke verderfelijke gevolgen het vergelijken kan hebben. Hoe geluk plotseling kan verbleken als men gaat vergelijken. Dat meende de Deense predikant Sören Kierkegaard ook reeds toen hij schreef dat het vergelijken tot het einde van het geluk en het begin van ontevredenheid leidt.
Is de slang uit de bijbelse geschiedenis niet onze behoefte – en soms aandrang – om ons te vergelijken met anderen? Is de verboden vrucht niet het vergelijken? Zolang wij niet vergelijken, zijn wij gelukkig met datgene wat wij hebben; dat geldt zowel voor het materiele, als ook voor het immateriele. Begint men te vergelijken dan is een onomkeerbaar proces in gang gezet dat als een dodelijke kankergezwel tevredenheid en geluk aantast. Sluipend en slopend vreet het vergelijken het geluk en tevredenheid weg totdat er niets anders over blijft dan de kale en kille ontevredenheid. De Amerikaanse president Theodor Roosevelt heeft in dat verband geschreven: ‘Comparison is the thief of joy.’
Gelijk bij het eten van de verboden vrucht voor Adam en Eva de ogen geopend werden voor het goed en kwaad, zo worden bij het vergelijke onze ogen geopend voor hetgeen een ander beter of meer heeft dan wij zelf. Bij het vergelijken worden, bij hetgeen waarmede men voorheen nog gelukkig was en als volmaakt ervaren werd, vlekjes en defecten zichtbaar. Bij het vergelijken verliezen wij uit het oog hetgeen wij hebben en wordt begeerte gewekt naar hetgeen de ander – in onze ogen – meer of beter heeft. Dat heeft altijd ontevredenheid tot gevolg; een ontevredenheid die tot jaloezie en zelfs misdaad kan leiden als men datgene dat men begeert, maar niet heeft, tegen gebod, wet of gewoonte toch probeert te verkrijgen. De kiem voor vele geweldsdelicten, huwelijksdrama’s en psychodelisch gedrag is terug te voeren tot vergelijken.
De Amerikaanse schrijver Doc Childre heeft gewaarschuwd: ‘Remember, don’t waste time comparing your life to others who seem more fortunate. Being fortunate is based on how much peace you have; not how many luxuries or conveniences you have. Practice from the heart to make peace with what is.’
Vergelijken is een wedstrijd, die je niet kunt winnen. Bij het vergelijken is er altijd wel iets te vinden dat een ander meer of beter heeft. Vergelijken kan gevaarlijke gevolgen hebben. Om gelijke tred te houden met de omgeving, zijn mensen schulden aangegaan, die niet meer verantwoord waren en zijn mensen in psychische problemen geraakt.
In mijn eigen praktijkervaring ben ik meerdere malen geconfronteerd geweest hoe ongelukkig mensen kunnen worden met vergelijken. Zo herinner ik mij een man die het tot hoofd van de technische dienst bij een groot chemishe bedrijf had gebracht, maar voor wie de funktie eigenlijk te zwaar was. Het aanzien van die funktie, de dienstauto voor de deur en de buurt waarin het gezin woonde, waren voor hem, maar vooral voor de echtgenote, statussymbolen geworden waarmede zij zich konden vergelijken met familieleden en vrienden. De man was echter doodongelukkig omdat hij zich in zijn werk voortdurend bewijzen moest dat hij zijn funktie aankon. Omdat dat niet het geval was, kwam hij zowel met zijn ondergeschikten, alsook met zijn directie regelmatig in conflict. Deze stresssituatie leidde uiteindelijk ook tot grote spanningen binnen het gezin en zijn huwelijk leed schipbreuk. De man werd uiteindelijk door de directie ontslagen, maar hem werd een psychische begeleiding aangeboden om te leren vrede te vinden met zichzelf en zijn capaciteiten. Wat hij geleerd heeft is ons reeds door de Chineese filosoof uit de 6e eeuw voor Christus, Lao Tzu, voorgehouden: “Als je al tevreden bent met alleen jezelf, en niet vergelijkt of in competitie gaat, dan zal iedereen je waarderen.”
Het Franse voetbal idool Bernard Gasset uit Montpellier verwoordt het kort en krachtig:
‘To love is to stop comparing.’