Boeken
Op het lyceum voor Montessorileerlingen te Rotterdam heb ik nooit hoge ogen gegooid met de Nederlandse taal. Ik ben licht woordblind en maakte daardoor de domste fouten. Heel lang heb ik bijvoorbeeld moeite gehad met de juiste spelling van de naam van mijn oudste zuster Antoinette.
Toen ik eind zeventiger jaren in het vliegtuig naar Florida zat en mij tijdens de lange vlucht verveelde, ben ik mijn ervaringen met mijn opdrachten in berijven, die stelden dat zij chemisch afval milieuvriendelijk konden verwerken, gaan opschrijven. De meeste eigenaren van die zogenaamde afvalverwerkers waren mensen die op de onderste treden van de maatschappelijke ladder stonden en er geen been in zagen om door beriegelijke praktijken hun zakken te vullen. De overheid hield voor deze praktijken de ogen gesloten en deed alsof er werkelijk chemisch afval op legale en verantwoorde wijze verwerkt kon worden. De overheid veranderde echter haar houding als een blad aan de boom toen de pers met kritische artikelen aantoonde dat de zogenaamde verwerking van chemisch afval een wasse neus was.
Terwijl ik mijn herinneringen aan het opschrijven was, groeide bij mij het idee dat de materie interessant genoeg was om er een boek over te schrijven. Het aan het eind van de zeventiger jaren geschreven manuscript werd echter door geen enkele uitgever waardig bevonden om als boek uit te geven. Mijn manuscript zou verder nooit meer het daglicht gezien hebben als niet een collega mijn manuscript uit interesse gelezen had en zo door de materie gegerepen werd, dat hij mijn manuscript aan de Rotterdamse uitgever Willem Donker liet lezen. Willem Donker zag gelukkig de actualiteit van het onderwerp chemisch afval in en besloot in1983 mijn manuscript ‘Gifgtond’ uit te geven. Mijn eerste boek was geboren.
Ik had nooit gedacht ooit nog meerdere boeken te schrijven, totdat mijn klasgenoot vanaf de lagere school, Jan Goudriaan, – die ‘Gifgrond’ gelezen had – mij vroeg om een herdenkboek te schrijven over de inmiddels gefailleerde rederij Van Nievetlt Goudriaan & Co, beter bekend als de Rotterdam – Zuid-Amerika Lijn. Ik beschreef de laatste jaren van die rederij in een romanvorm. die in het jaar 2000 in boekvorm in eigen beheer werd uitgegeven met als titel ‘De Vlag Gestreken’. Eerder had ik reeds een uitgebreid artikel over Van Nievelt Goudriaan & Co geschreven dat in het Maritiem Journaal 1993 is gepublicieerd met als titel ‘Een witte ster aan het blauwe firmament’:
Ter gelegenheid van mijn 65ste cerjaardag heb ik voor mijn familieleden en engste vrienden verhalen, sprookjes, vertellingen en rijmpjes gebundeld in een boek met de titel ‘Spiegelzaal’. ‘Spiegelzaal is een soort ‘Liber Amicorum’ geworden waarbij het door mij geschrevene geillustreerd is door verschillende vrienden en goede bekenden
Het schrijven heeft mij allengs meer en meer in haar ban gekregen en is voor mij deels een uitlaat klep geworden om ingrijpende gebeurtenissen in mijn leven te verwerken. Dat is het geval geweest bij het schrijven van de boeken ‘Gifgrond’ en ‘De Pastor & de Praeses’. Anderzijds is schrijven een middel om op papier mijn fantasien en gedachten de vrije loop te laten.